Periorbitale en retrobulbaire aandoeningen worden veroorzaakt door afwijkingen in de structuren die rond het oog liggen. Voorbeelden van die structuren zijn tanden, neus, mond, spieren, zenuwen, bloedvaten, vet, periost en bot. Afwijkingen worden vaak gekenmerkt door exoftalmus (uitpuilen van de oogbol) en/of protrusie van het derde ooglid. Dit is afhankelijk van de lokalisatie van het ruimte-innemende proces of van het verlies van weefsel (uitdroging, spier of vetverlies). De eerste klachten zijn vaak dat het dier sinds enkele dagen niet meer goed eet of geen speeltje meer durft pakken omdat openen van de mond pijn veroorzaakt. Verdere diagnostiek zoals RX, echo, punctie of biopsie is dan meestal noodzakelijk.